Het beleg van Roermond in het jaar 1632 was een onderdeel in Frederik Hendriks veldtocht langs de Maas.
Het beleg duurde van 2 juni tot en met 5 juni.
Wat voor afging: terwijl de prins van oranje Venlo aanvalt, zend hij graaf Ernst Casimir stadhouder van Friesland naar Roermond.
Daar aankomende op 2 juni gaat hij s'middags de aanvalsloopgraven in zigzagvorm inspecteren.
Maar op het moment dat hij van zijn paard afstijgt om dekking te zoeken in de loopgraaf word hij door een musket kogel getroffen in het hoofd.
De volgende dag was Venlo veroverd en Frederik krijgt het droevige nieuws te horen over Ernst Casimir.
Hij vertrekt meteen naar Roermond en op 4 juni bied hij de stad een zeer gunstige overgave aan, mits wel een aantal voorwaarden aan verbonden.
De stad capituleert op 5 juni en aanvaard de voorwaarden waarvan deze 4 de belangrijkste zijn.
1. Roermond moet een kerk beschikbaar stellen voor de hervormde godsdienst, dit word de St-Joris kerk.
2. Omdat Roermond staats werd, moesten alle inwoners,geestelijk of wereldrijk, in hun privileges, rechten en oude herkomsten beschermd en bewaard worden.
3. Het openbaar gebruik van de rooms- katholieke godsdienst en de inkomsten voor de stad worden getolereerd.
4. Het in Roermond gelegerde garnizoen moet naar Rheinberg vertrekken.
Na dit vierde punt volbracht te hebben trok de prins op 6 juni de stad in.
De hoed met de musket kogel die Ernst Casimir getroffen had kan men nog steeds bewonderen in het rijksmuseum te Amsterdam.
De prins zette zijn veldtocht verder veroverde nog een aantal steden met als kroonstuk de zeer diep gelegen zuidelijke stad Maastricht.
Deze stad werd belegerd vanaf 9 juni en gaaf zich over ondanks twee pogingen om de stad te ontzetten op 22 augustus.
De stad zou dan vanaf dan in staatse handen blijven, de zuidelijke Nederlanden verloren niet alleen een belangrijke stad maar ook een Muntatelier.
Groeten Luc.
