Besten,
Heel soms lacht Vrouwe Fortuna mij toe.
Onlangs ben ik in het bezit gekomen van een kleine collectie noodgeld uit Coevorden.
Ditmaal het noodgeld uit de Eerste Wereldoorlog.
Het zijn onooglijke biljetjes, niet gescheurd waar wel gebruikt, gevouwen e.d. Maar wat wil je met biljetjes die onderhand bijna 100 jaar oud zijn en waarvan men de eerste 70 jaar eigenlijk niet wist wat men ermee moest, hoeveel is er onderhand verloren gegaan of gebruikt als speelgoed voor kinderen om winkeltje te spelen, pas in de jaren '80 kwam het besef van de waarde van deze biljetjes.
Tijdens de onderhandelingen voorafgaande de aanschaf werd bekend dat er dubbelen bij zaten, dus ik dacht hier gebruik van te maken om de dubbelen van de hand te doen om andere biljetjes van te kopen/ruilen.
Tot de overdacht plaats vond. Tijdens de overdracht kwam een klein envelopje te voorschijn, en volgens de eigenaar hebben de biljetjes daar altijd in gezeten. Op het envelopje staat, met de hand geschreven, famieli (of iets in die geest). De vorige eigenaar vond deze biljetjes in de verzameling van zijn vader, ze legen onderop een groet stapel Duits noodgeld, hoe zijn vader eraan gekomen is kon hij me niet meer vertellen.
Zelf verbaasde ik mij over de afmeting van de biljetjes, ze zijn kleiner dan ik dacht.
Bij het opbergen van de biljetjes was ik even aan het rekenen hoeveel de totale waarde in guldens was dat ik aan biljetjes heb ontvangen en dat bedroeg Fl 7,25. Ongeveer een weekloon van een arbeider destijds. Met deze gedachte kan ik de dubbele biljetten nu nog niet van de hand doen. Maar wie weet, voorspellen is moeilijk zeker als het de toekomst betreft.
Voor de liefhebber, voeg ik wat afbeeldingen toe, met hieronder enkele specificaties vanuit eigen waarneming (heb helaas niet de literatuur betreffende het noodgeld van de Eerste Wereldoorlog.) Ook het gemeentearchief te Coevorden kon mij helaas niet verder helpen met deze biljetjes (over de Tweede Wereldoorlog wel).
25 Cent:
Afmeting: 98x58 mm
Datum: 6 augustus 1914 inwisselbaar tot 1 september 1914
Handtekeningen van Burgemeester Van der Lely en secretaris Bruining
Papierkleur: wit
Zwarte stempel met het zegel van Coevorden op de keerzijde.
Gulden
Afmeting: 92x55 mm
Datum: 6 augustus 1914 inwisselbaar tot 1 september 1914
Handtekeningen van Burgemeester Van der Lely en secretaris Bruining
Papierkleur: groen
Rode stempel met het zegel van Coevorden op de keerzijde.
2,5 Gulden
Afmeting: varieert deze biljetten zijn schuin afgesneden, bij het ene biljet varieert het en is het 1 mm kleiner aan de bovenzijde vergeleken met de onderzijde en bij het andere biljet varieert het en is het 2 mm kleiner aan de onderzijde vergeleken met de bovenzijde. Grootst gemeten maat: 95x78 (94x78 of 93x78).
Datum: 6 augustus 1914 inwisselbaar tot 1 september 1914
Handtekeningen van Burgemeester Van der Lely en secretaris Bruining
Papierkleur: licht bruin
Blauwe stempel met het zegel van Coevorden op de keerzijde.
Weekloon
Moderator: Arjena3
Re: Weekloon
Zeer interessante biljetten met een hoop historie. Laat vooral even van je horen als er meer bekend wordt over (de achtergrond van) deze biljetten.
Over het weekloon van een arbeider zijn verschillende cijfers terug te vinden. In Utrecht kreeg een arbeider bij een broodfabriek 7,50 gulden per week maar schroomde de directie er niet voor om dat loon na twintig jaar trouwe dienst te verlagen naar 5 gulden... Een ander cijfer van een woningbouwvereniging uit Groningen laat zien dat een (geschoold) vakarbeider 12 gulden of minder per week verdiende en daarvan aan die woningbouwvereniging 2,10 gulden per week aan huur betaalde. Wie niet kon betalen werd trouwens zonder pardon uit zijn huis gezet.
Over het weekloon van een arbeider zijn verschillende cijfers terug te vinden. In Utrecht kreeg een arbeider bij een broodfabriek 7,50 gulden per week maar schroomde de directie er niet voor om dat loon na twintig jaar trouwe dienst te verlagen naar 5 gulden... Een ander cijfer van een woningbouwvereniging uit Groningen laat zien dat een (geschoold) vakarbeider 12 gulden of minder per week verdiende en daarvan aan die woningbouwvereniging 2,10 gulden per week aan huur betaalde. Wie niet kon betalen werd trouwens zonder pardon uit zijn huis gezet.
-
- Volledig lid
- Berichten: 171
- Lid geworden op: 01 nov 2009, 10:06
Re: Weekloon
Over de lonen in Drenthe kan ik het volgende aanvullen:
Drenthe kent aan het einde van de negentiende eeuw relatief weinig industrie. Hierbij moet je denken aan aardappelzetmeel- en de strokartonfabrieken. Deze staan vrijwel allemaal in Groningen, Friesland of Twente. In Drenthe stond/staat maar één strokartonfabriek namelijk in Coevorden.
De reden hiervoor is terug te vinden in de lonen. In 1888 brak er in Nieuw-Amsterdam een grote opstand onder de arbeiders uit nadat die waren uitbetaald in het zogeheten huisgeld. Uitgegeven door de veenbazen en die alleen inwisselbaar waren in de winkels van diezelfde veenbazen, de verplichte winkelnering. De achterliggende gedachte was nobel, zo konden de arbeiders het loon dat ze in normale munt kregen uitbetaald niet verbrassen in de kroeg. Deze huismunten of zoals het ook wordt genoemd het veengeld is terug te vinden in Kooij onder CV012.1 t/m CV012.4, Winkeliersvereeniging Nieuw-Amsterdam, Help U Zelf. De opstand breidde zich als een olievlek uit over de veenkoloniën, het leger moest worden ingezet om de gemoederen te bedaren, Nieuw-Amsterdam was bijna met de grond gelijk gemaakt.
Na deze grote opstand werd in Drenthe een minimum loon afgesproken en de verplichte winkelnering werd afgeschaft. Het minimumloon werd vastgesteld op één gulden per dag, dat kon oplopen naar het soort arbeid, een bediener van een graaf-, landbouw- of stoommachine verdiende al snel het dubbele, maar het was wel aan een tweetal eisen verbonden.
1. De arbeider moet wonen op Drentse bodem.
2. De fabriek of de werkgever moest gevestigd zijn in Drenthe, dan niet administratief maar de werkzaamheden moesten worden uitgevoerd op Drentse bodem.
En nu voel je hem aankomen hier zagen de veen- en fabrieksbazen een uitweg, je verplaatst de fabriek aan de andere zijde van de provinciegrens en je hoeft niet meer te voldoen aan het minimumloon, voorbeeld is de aardappelmeelfabriek te Ter-Apelkanaal op steenworp afstand van de provinciegrens. Pas wanneer de lonen lager komen te liggen zie je dat de fabrieken op Drentse bodem worden gesticht de eerste in 1894 de rest pas na 1903.
Drenthe kent aan het einde van de negentiende eeuw relatief weinig industrie. Hierbij moet je denken aan aardappelzetmeel- en de strokartonfabrieken. Deze staan vrijwel allemaal in Groningen, Friesland of Twente. In Drenthe stond/staat maar één strokartonfabriek namelijk in Coevorden.
De reden hiervoor is terug te vinden in de lonen. In 1888 brak er in Nieuw-Amsterdam een grote opstand onder de arbeiders uit nadat die waren uitbetaald in het zogeheten huisgeld. Uitgegeven door de veenbazen en die alleen inwisselbaar waren in de winkels van diezelfde veenbazen, de verplichte winkelnering. De achterliggende gedachte was nobel, zo konden de arbeiders het loon dat ze in normale munt kregen uitbetaald niet verbrassen in de kroeg. Deze huismunten of zoals het ook wordt genoemd het veengeld is terug te vinden in Kooij onder CV012.1 t/m CV012.4, Winkeliersvereeniging Nieuw-Amsterdam, Help U Zelf. De opstand breidde zich als een olievlek uit over de veenkoloniën, het leger moest worden ingezet om de gemoederen te bedaren, Nieuw-Amsterdam was bijna met de grond gelijk gemaakt.
Na deze grote opstand werd in Drenthe een minimum loon afgesproken en de verplichte winkelnering werd afgeschaft. Het minimumloon werd vastgesteld op één gulden per dag, dat kon oplopen naar het soort arbeid, een bediener van een graaf-, landbouw- of stoommachine verdiende al snel het dubbele, maar het was wel aan een tweetal eisen verbonden.
1. De arbeider moet wonen op Drentse bodem.
2. De fabriek of de werkgever moest gevestigd zijn in Drenthe, dan niet administratief maar de werkzaamheden moesten worden uitgevoerd op Drentse bodem.
En nu voel je hem aankomen hier zagen de veen- en fabrieksbazen een uitweg, je verplaatst de fabriek aan de andere zijde van de provinciegrens en je hoeft niet meer te voldoen aan het minimumloon, voorbeeld is de aardappelmeelfabriek te Ter-Apelkanaal op steenworp afstand van de provinciegrens. Pas wanneer de lonen lager komen te liggen zie je dat de fabrieken op Drentse bodem worden gesticht de eerste in 1894 de rest pas na 1903.
Re: Weekloon
Het zijn inderdaad noodgeld biljetten uit ww1 :-) super leuk om te zien.
Nu kon ik uit je tekst niet helemaal opmaken of je ze wel of niet wilde verkopen, mocht dat het geval zijn ben ik geïnteresseerd
Er is over noodgeld vrij veel bekend, hoewel ik zelf het boek van ww1 niet heb bestaat hij wel het boek heet "noodgeld van Nederland in de eerste wereldoorlog"
Zelf verzamel ik het noodgeld uit de tweede wereldoorlog maar heb inmiddels ook meerdere biljetten uit ww1.
Nu kon ik uit je tekst niet helemaal opmaken of je ze wel of niet wilde verkopen, mocht dat het geval zijn ben ik geïnteresseerd
Er is over noodgeld vrij veel bekend, hoewel ik zelf het boek van ww1 niet heb bestaat hij wel het boek heet "noodgeld van Nederland in de eerste wereldoorlog"
Zelf verzamel ik het noodgeld uit de tweede wereldoorlog maar heb inmiddels ook meerdere biljetten uit ww1.
-
- Volledig lid
- Berichten: 171
- Lid geworden op: 01 nov 2009, 10:06
Re: Weekloon
De catalogus van Verkooyen ken ik alleen bij naam, wellicht dat een medeforumlid het in de boekenkast heeft staan en de kennis met ons wil delen en indien mogelijk de sectie Coevorden hier wil plaatsen?
Als Drent verzamel ik Drentse numismatiek, munten, penningen en bankbiljetten en datgene dat ik aan Drenthe kan linken een voorbeeld is Carl von Rabenhaupt (de held van Groningen, Gronings ontzet 1672) veelal afgebeeld op penningen van Groningen maar hij is in de Hervormde Kerk te Coevorden begraven.
De verzameling bestaat nu uit ongeveer 153 verschillende munten en penningen en 55 biljetten (10 losse biljetten en vellen), bestaande uit Emmen, Coevorden, Westerbork, Veenhuizen en Holland (Michigan).
In de verzameling heb ik enkele biljetjes uit de Tweede Wereldoorlog. Het boek van Toele en Jacobi heb ik wel. En daar ben ik bijzonder blij mee want onder het hoofdstuk Emmen staat een biljet dat ik in m'n verzameling heb (het missende biljet uit de collectie van de Nederlandse Bank de vijf gulden met serienummer 1801), ook heeft dit biljet deels een watermerk wat niet vermeld is in de catalogus.
In het gemeentearchief konden de archivaris en ik niets meer terugvinden over de biljetten van de Eerste Wereldoorlog. Mocht ik tijd hebben wil ik nog naar het Drents Archief om daar de Coevorder Courant van 1914 eens door te nemen, misschien staat daarin nog een advertentie net zoals ze dat later in 1940 hebben gedaan.
"Nu kon ik uit je tekst niet helemaal opmaken of je ze wel of niet wilde verkopen, mocht dat het geval zijn ben ik geïnteresseerd"
Om antwoord te geven op de vraag of ik het wil verkopen, is het antwoord nee. Mochten de biljetjes in een moderne raamenvelop zijn afgegeven had ik er wellicht over nagedacht om de dubbele te verkopen maar nu het in dat kleine envelopje zat, met een gezamenlijke waarde van een weekloon wil ik het bij elkaar houden. (Maar misschien over een jaar of twee denk ik er wel heel anders over dan zal ik aan je denken).
Als Drent verzamel ik Drentse numismatiek, munten, penningen en bankbiljetten en datgene dat ik aan Drenthe kan linken een voorbeeld is Carl von Rabenhaupt (de held van Groningen, Gronings ontzet 1672) veelal afgebeeld op penningen van Groningen maar hij is in de Hervormde Kerk te Coevorden begraven.
De verzameling bestaat nu uit ongeveer 153 verschillende munten en penningen en 55 biljetten (10 losse biljetten en vellen), bestaande uit Emmen, Coevorden, Westerbork, Veenhuizen en Holland (Michigan).
In de verzameling heb ik enkele biljetjes uit de Tweede Wereldoorlog. Het boek van Toele en Jacobi heb ik wel. En daar ben ik bijzonder blij mee want onder het hoofdstuk Emmen staat een biljet dat ik in m'n verzameling heb (het missende biljet uit de collectie van de Nederlandse Bank de vijf gulden met serienummer 1801), ook heeft dit biljet deels een watermerk wat niet vermeld is in de catalogus.
In het gemeentearchief konden de archivaris en ik niets meer terugvinden over de biljetten van de Eerste Wereldoorlog. Mocht ik tijd hebben wil ik nog naar het Drents Archief om daar de Coevorder Courant van 1914 eens door te nemen, misschien staat daarin nog een advertentie net zoals ze dat later in 1940 hebben gedaan.
"Nu kon ik uit je tekst niet helemaal opmaken of je ze wel of niet wilde verkopen, mocht dat het geval zijn ben ik geïnteresseerd"
Om antwoord te geven op de vraag of ik het wil verkopen, is het antwoord nee. Mochten de biljetjes in een moderne raamenvelop zijn afgegeven had ik er wellicht over nagedacht om de dubbele te verkopen maar nu het in dat kleine envelopje zat, met een gezamenlijke waarde van een weekloon wil ik het bij elkaar houden. (Maar misschien over een jaar of twee denk ik er wel heel anders over dan zal ik aan je denken).
Re: Weekloon
In de bijlage de informatie uit de nieuwe catalogus.
Je hebt niet voldoende permissies om de bijlagen van dit bericht te bekijken.
Groet, Patrick Plomp. (Dit betreft een mening tenzij anders aangegeven)
Papiergeldnumismaat. Life member IBNS (NL230, INT215)
Auteur van "Catalogus Nederlands Papiergeld". Deel 1 en 2 bestelbaar op http://www.patrickp.nl
Papiergeldnumismaat. Life member IBNS (NL230, INT215)
Auteur van "Catalogus Nederlands Papiergeld". Deel 1 en 2 bestelbaar op http://www.patrickp.nl