Hallo,
Een 2-tal biljetten waarvan ik niet met zekerheid de variant kan vaststellen.
Wie o wie?
Vondel1: 2RZ091249
Staalmeester: 6BN094548
2 NL biljetten welke varianten
-
- Nieuw lid
- Berichten: 13
- Lid geworden op: 18 mar 2013, 11:25
Re: 2 NL biljetten welke varianten
Ik weet niet in welke catalogus je kijkt maar in de Akkermans/Vercoulen staat bij de Vondel I dit:
"Aangeven series lopen van 1 t/m 5 (dus 1 t/m 5 AA enz.)"
Dus zit de 2 RZ091249 in de AV 18.1b tussen 1QD – 1TH
De 1QD gaat van 1 t/m 5 dan komt de 1QE t/m 5QD dan de 1QF t/m 5QF en na de QZ komt RA 1 t/m 5 enz.
De staalmeester 6 BN 094548 is de AV 32.1 en zit tussen de 1AA – 3 CM
Hier is niet aangegeven dat de series t/m 9 lopen, (wel in het boek van de Jaap Bolten)
Het was duidelijker geweest als er gestaan had: 1AA /9 AA – 3CM
Mvg, .
"Aangeven series lopen van 1 t/m 5 (dus 1 t/m 5 AA enz.)"
Dus zit de 2 RZ091249 in de AV 18.1b tussen 1QD – 1TH
De 1QD gaat van 1 t/m 5 dan komt de 1QE t/m 5QD dan de 1QF t/m 5QF en na de QZ komt RA 1 t/m 5 enz.
De staalmeester 6 BN 094548 is de AV 32.1 en zit tussen de 1AA – 3 CM
Hier is niet aangegeven dat de series t/m 9 lopen, (wel in het boek van de Jaap Bolten)
Het was duidelijker geweest als er gestaan had: 1AA /9 AA – 3CM
Mvg, .
Re: 2 NL biljetten welke varianten
Volgens de Catalogus Nederlands papiergeld 1573-2002 van Patrick Plomp
Vondel1 PL22.b (Wit papier grijze opdruk)
2RZ091249 valt in de reeks 1/5 QD - TG en het serienummer is lager dan 100.000
Staalmeester PL40
6BN6BN094548 valt in de reeks 1AA - 3CM en het serienummer is lager dan 100.000
Vondel1 PL22.b (Wit papier grijze opdruk)
2RZ091249 valt in de reeks 1/5 QD - TG en het serienummer is lager dan 100.000
Staalmeester PL40
6BN6BN094548 valt in de reeks 1AA - 3CM en het serienummer is lager dan 100.000
Re: 2 NL biljetten welke varianten
In de catalogus van Patrick Plomp staat ook dat dit biljet tot 1TH gaat, alleen gaat het nummer t/m 030000
In de wandelgangen van het papier imperium hoor ik wel eens geluiden dat het niet altijd zeker is dat een biljet met nummer 100000 een replacement is of nog bij de serie van 100000 hoort. Maar misschien kan Patrickp daar meer over vertellen.
Mvg, .
In de wandelgangen van het papier imperium hoor ik wel eens geluiden dat het niet altijd zeker is dat een biljet met nummer 100000 een replacement is of nog bij de serie van 100000 hoort. Maar misschien kan Patrickp daar meer over vertellen.
Mvg, .
Re: 2 NL biljetten welke varianten
Tot en met 100.000 is geen replacement.
Het werkelijk nummeren is bij 000.001 begonnen en de series bestonden uit 100.000 stuks. (Zou men bij 000.000 zijn begonnen met tellen dan is 099.999 het 100.000ste exemplaar van de serie.)
Maar...
En nu komt het leuke. (vind ik)
Nummer 100000 en 100001 zaten HOOGST WAARSCHIJNLIJK gewoon in hetzelfde vel. Net als 099.999 en 100.002.
En toch zien we alleen alles > 100.000 als replacement. Waarom?
Vertaal de term, en mogelijk daagt er iets. Replacement = vervanging.
Er werden series van 100.000 exemplaren besteld. Maar het drukproces is nogal precies, en de controles streng (de afhandeling van misdrukken, kunnen we nog wel een boekje over open doen, maar dat is nu even off-topic). De UITVAL van beschadigde of niet correct gedrukte vellen zorgde ervoor dat de productie altijd doordraaide om de uitgevallen vellen te compenseren.
Er zijn van elke serie uiteindelijk dus toch gewoon 100.000 stuks opgeleverd, alleen ontbraken er in ieder stapeltje gemiddeld tussen 1 en 10 procent van de biljetten. En onderop de stapel gingen de biljetten dus in de nummering boven de 100.000 door, ondanks de beperking van het aantal per serie.
Van enkele replacements zien we dan ook dat er op sommige productiedagen ECHT iets mis is gegaan, met replacement nummers boven de 120.000. D.w.z. 20% over meer uitval!
Enkele proefseries in reeksen van 20.000 hebben dus ook replacements, maar dan beginnen de replacements al boven de 20.000. (En ook die zijn aangetroffen, maar alleen in lage aantallen = super zeldzaam.)
Vanaf 100.001 is wel replacement.
Reden: Het eerste biljet (nummer 000000) is niet "gecreëerd". D.w.z. vaak wel gedrukt, maar als specimen, meerdere exemplaren.Het werkelijk nummeren is bij 000.001 begonnen en de series bestonden uit 100.000 stuks. (Zou men bij 000.000 zijn begonnen met tellen dan is 099.999 het 100.000ste exemplaar van de serie.)
Maar...
En nu komt het leuke. (vind ik)
Nummer 100000 en 100001 zaten HOOGST WAARSCHIJNLIJK gewoon in hetzelfde vel. Net als 099.999 en 100.002.
En toch zien we alleen alles > 100.000 als replacement. Waarom?
Vertaal de term, en mogelijk daagt er iets. Replacement = vervanging.
Er werden series van 100.000 exemplaren besteld. Maar het drukproces is nogal precies, en de controles streng (de afhandeling van misdrukken, kunnen we nog wel een boekje over open doen, maar dat is nu even off-topic). De UITVAL van beschadigde of niet correct gedrukte vellen zorgde ervoor dat de productie altijd doordraaide om de uitgevallen vellen te compenseren.
Er zijn van elke serie uiteindelijk dus toch gewoon 100.000 stuks opgeleverd, alleen ontbraken er in ieder stapeltje gemiddeld tussen 1 en 10 procent van de biljetten. En onderop de stapel gingen de biljetten dus in de nummering boven de 100.000 door, ondanks de beperking van het aantal per serie.
Van enkele replacements zien we dan ook dat er op sommige productiedagen ECHT iets mis is gegaan, met replacement nummers boven de 120.000. D.w.z. 20% over meer uitval!
Enkele proefseries in reeksen van 20.000 hebben dus ook replacements, maar dan beginnen de replacements al boven de 20.000. (En ook die zijn aangetroffen, maar alleen in lage aantallen = super zeldzaam.)
Je hebt niet voldoende permissies om de bijlagen van dit bericht te bekijken.
Groet, Patrick Plomp. (Dit betreft een mening tenzij anders aangegeven)
Papiergeldnumismaat. Life member IBNS (NL230, INT215)
Auteur van "Catalogus Nederlands Papiergeld". Deel 1 en 2 bestelbaar op http://www.patrickp.nl
Papiergeldnumismaat. Life member IBNS (NL230, INT215)
Auteur van "Catalogus Nederlands Papiergeld". Deel 1 en 2 bestelbaar op http://www.patrickp.nl