Hallo bas145,
Het staat buiten kijf dat het hier gaat om mijn persoonlijke mening en het was en is niet mijn bedoeling om iemand in het diskrediet te brengen. Helemaal niet op persoonlijk niveau aangezien ik u totaal niet ken. Ik heb u een tijdje geleden, om precies te zijn Zaterdag 20 mei 2015 om 08:12:46, via email benaderd en uitgelegd welke noodmunten op uw site ik niet authentiek vond. Als ik mij goed herinner waren het er drie, deze Alkmaarse veld daalder, de tinnen nood munt van Schoonhoven waarvan ik heb aangegeven dat het zeer waarschijnlijk een latere slag betreft en ik de hand van Becker niet uitsloot en de noodmunt van Breda die van tin of lood zou moeten zijn maar eerder van koper of messing leek.
Ook deze laatste munt heb ik gedurende een aantal jaren getraceerd.Oorspronkelijk werd deze door Jean Elsen & ses fils geveild en later zag ik dezelfde munt terug bij Germania Inferior Numismatics (ook hiervan zou ik naam en adres kunnen opgeven en zelf pseudoniemen waaronder deze persoon handelt) en weer later op uw site als zijnde een noodmunt van Breda. Het is mijns inziens overduidelijk dat het hier een munt van later makelij betreft. Schulman omschrijft het terecht in de catalogus van de aanstaande veiling als zijnde later werk.
De omschrijving die Germania Inferior Numismatics gaf was als volgt:
"Up for sale is this messing (?) emergency siege coin, struck by the city of Breda in 1577 while under siege by Dutch troops.
Siege issue. Emission of August - Oktober 1577.
Size of the coin is 21-22mm.
Weight is 5,27 gram.
Ex Jean Elsen, Ex J.R. Lasser collection (comes with sales ticket from Jean Elsen)
Obverse: : IN • DER • NOOT • B • A • 1577, all within pearl border; civic coat-of-arms in the middle with 'tower' stamp on the left and 'horn' stamp on the right
Reverse: blank"
Let wel dat hij nergens aangeeft dat het een authentiek stuk betreft. De verkoper verwijst enkel en alleen naar de veiling van Jean Elsen. De handelaar wilde de munt verkopen voor 476 euro, maar keer op keer lukte dat niet, niet onverwonderlijk. Ik ga ervan uit dat de uiteindelijke koper, zeer waarschijnlijk u, over de uiteindelijke prijs onderhandelt heeft die zonder twijfel lager geweest zou zijn. Ik schat zo rond de 300 euro.
De omsrchrijving van Jean Elsen op zijn beurt is weer:
"BREDA, belegerd door de Staatse troepen (augustus - 4 oktober 1577), 1 stuiver, Droit : Op een rond plaatje ingestempeld stadswapen binnen parelrand en omschrift IN· DER· NOOT· B· A· I577[..], tussen klop toren en hoorntje. Ref.: van Gelder, 107b; Mailliet, 17, 8; W., 810. 5,27g. Uit veiling Laurens Schulman 8, 6 april 1992, 887. Afgietsel in messing.
Uit veiling Laurens Schulman 8, 6 april 1992, 887.
Zeer Fraai à Prachtig (VF - EF) € 200"
Jean Elsen verwijst weer naar de veiling van Laurens Schulman, maar verder vermelden ze terloops dat het een afgietsel in messing betreft terwijl in de catalogus van de aanstaande Schulman veiling staat "Op rond tinnen verbronsd plaatje."
Wat ik mij dus uiteindelijk afvraag is, wat is er ondernomen om de echtheid van beide andere munten vast te stellen. Als iemand een paar honderd euro uitgeeft aan een noodmunt dan mag zo iemand ervan uit gaan dat het authentieke stukken betreft en op z'n minst is er op dit moment gerede twijfel. Ik geef toe dat de noodmunt van Schoonhoven een lastiger verhaal is. Ten eerste, en dat geld overigens voor alle noodmunten, een verzamelaar zal in z'n hele leven niet voldoende noodmunten bezitten of onder ogen hebben gehad om een gedegen studie te kunnen verrichten, dit is iets dat voorbehouden is aan met name de veilinghuizen. Ten tweede, in het artikel Schoonhovense noodmunten 1575 gepubliceerd in Historische Encyclopedie Krimpenerwaard 1994, nr. 4, p. 116-118 van H.A. Verhoef wordt vermeld dat de meeste noodmunten van deze locatie later werk betreft. Per slot van rekening zijn er al eeuwen verzamelaars geweest met interesse in de numismatiek en in het bijzonder voor dit soort noodmunten. Het staat mij bij dat ik ergens gelezen heb dat van alle verschillende nominaties uitsluitend de 1 en 2 stuivers authentiek zouden kunnen zijn, waarbij alle hoger denominaties als later werk bestempeld werden.
Gegroet,
Tristán