Daar staat heel weinig:Melcoins schreef:Heeft iemand de tekst van "Sch.274", of is de tekst bij Schulman dit al??
Er bestaan ook proefslagen in brons met de jaartallen:
(...)
274 z.j. (alleen voorzijde) RR
Moderator: maarten89
Daar staat heel weinig:Melcoins schreef:Heeft iemand de tekst van "Sch.274", of is de tekst bij Schulman dit al??
Er bestaan ook proefslagen in brons met de jaartallen:
(...)
274 z.j. (alleen voorzijde) RR
Wist niet dat die veiling eraan zat te komen. Zijn de Catalogussen al bezorgd? Heb hem nog niet binnen namelijk. Even snel gescand maar vrij hoge inzetprijzen.spatbord schreef:Er zit nog een exemplaar in de aankomende Schulman veiling, nummer 29.
Net heb ik catalogus van Schulman binnen gekregen. In de papieren catalogus staat er bij dit lot -weerNijmegenMunten schreef:Wist niet dat die veiling eraan zat te komen. Zijn de Catalogussen al bezorgd? Heb hem nog niet binnen namelijk. Even snel gescand maar vrij hoge inzetprijzen.spatbord schreef:Er zit nog een exemplaar in de aankomende Schulman veiling, nummer 29.
Eindelijk is het er dan een keer van gekomen dat ik naar het NMM ben gegaan om deze penning te bekijken. Het was niet een doos met penningen, zoals ze ooit naar het Legermuseum zijn gestuurd, maar slechts een enkel exemplaar. En niet zomaar een, maar het exemplaar met nummer '1', verder identiek aan de overige bekende penningen. Ik denk dat we dan gerust kunnen concluderen dat het hier inderdaad om een identiteitspenning van de particuliere kondschapsdienst gaat.Melcoins schreef: ↑19 dec 2016, 23:40Uit deze stukken blijkt:
- dat het een identiteitspenning voor particuliere Kondschappers betreft.
- dat het aantal 200 stuks is dat de Minister van Oorlog totaal ter beschikking stelt.
- dat de penning op de vlakke zijde een volgnummer heeft.
- dat de penning werd uitgereikt in 1909
- dat de penning bedenkingen heeft opgeroepen
- dat de penning slechts korte tijd is gebruikt
De informatie over de vorm is zo beperkt dat het nog geen sluitend bewijs is dat het over dezelfde penning gaat. Al is dat wel waarschijnlijk.
Een instantie die het papier en penning aan elkaar kan verbinden is het Nationaal Militair Museum.
In zijn blog van 2010 meldt Aris de Bruijn immers (link hierboven bij NijmegenMunten) dat er een brief is over een doos penningen die naar het Legermuseum is gegaan maar nog niet teruggevonden in de collectie:
“Op 24 maart 1941 ontving het Legermuseum in Leiden een brief van de directeur van dit Weermachtsarchief Luitenant-Kolonel G.Fabius. (...):
"Met dit schrijven doe ik u toekomen een doos met penningen, welke door den Chef van den Generalen Staf omstreeks 1910 werden uitgereikt aan personen belast met den Kondschapsdienst, teneinde zich als zoodanig te kunnen legitimeren. Deze penningen zijn tusschen de aan mij gezonden archieven van den Generalen Staf gevonden. Ik vermeen er goed aan te doen, U deze voor het Legermuseum af te staan."
Ondanks herhaalde pogingen is het nog niet gelukt om de penningen in de collectie te traceren. Het is ook onduidelijk hoe ze er precies uit moeten zien.”
Blijkbaar zijn na deze blog van Aris de Bruijn de penning(en) en de doos teruggevonden want in de collectie van het Nationaal Militair Museum (NMM) heb ik onder 1 nummer aangetroffen:
074821 “Bronzen penning met portret van Willem I in doosje, identificatiepenning Militaire Inlichtingendienst”
074821-1 “Bronzen munt met het portret van Willem I”
074821-2 “Rond houten doosje zonder deksel”.
Helaas kon ik bij het NMM deze drie nog niet bekijken om gelijkenis en eventueel aantal vast te stellen. Vanwege de fusie en verhuizing van het NMM was veel collectiemateriaal nog niet uitgepakt. Men vroeg mij het na een half jaar nog een keer te proberen.
Dus wie er belang bij heeft weet waar hij moet zijn.
Mvgr,
Mel
Er waren overigens meerdere kondschapsdiensten, zowel ambtelijke als de particuliere. De ambtelijke was vooral de Koninklijke Marechaussee, waar de douane onder viel. Het ging hierbij vooral om douanebeambten die troepenbewegingen die zij aan de grens waarnamen konden doorgeven. Daarnaast was er ook nog een maritieme kondschapsdienst, maar daar is zo weinig over te vinden dat Dick Engelen concludeert dat dat waarschijnlijk niet meer was dan een enkele inlichtingenofficier. Dit verduidelijkt eerdere berichten van Mel waarin gesproken wordt over de Koninklijke Marechaussee die leiding geeft aan de kondschapsdienst.Deze inlichtingen moeseten als het Nederlandse leger nog niet was gemobiliseerd, schriftelijk, of in spoedeisende gevallen telegrafisch gemeld worden aan de chef van de generale staf. Was de mobilisatie eenmaal een feit, dan moesten de inlichtingen rechtstreeks doorgegeven worden aan de commandant van de meest nabij gelegen legereenheid. Om zich in laatstgenoemd geval te kunnen legitimeren, kregen de kondschappers een penning uitgereikt waarvan de vorm en opschrift de militaire commandanten bekend was. Werd de toestand nog ernstiger en brak de oorlog daadwerkelijk uit, dan zou de kondschappers gevraagd worden zich rechtstreeks ter beschikking te stellen van 'iedere militaire commandant die hun diensten vraagt'
Volgens het boek van Dick Engelen werden er door divisiecommandanten verplicht lijsten bijgehouden met alle gegevens van 'hun' kondschappers. Deze lijsten werden doorgegeven aan de chef van de generale staf, en hij maakte er een verzamellijst van voor de minister van Oorlog. Dus ik ga ervan uit dat het ook bekend was aan welke personen een penning werd uitgereikt.CorioCoins schreef: ↑06 mar 2019, 20:08Misschien een vreemde vraag maar is er wellicht ook een lijst aan welke personen de penningen zijn uitgereikt? Dat zou een levendigere geschiedenis ervan maken maar natuurlijk wel privacy gevoelig.
"Kavel 77 MPO/Heritage Europe:Melcoins schreef: ↑05 jan 2017, 13:26Net heb ik catalogus van Schulman binnen gekregen. In de papieren catalogus staat er bij dit lot -weerNijmegenMunten schreef:Wist niet dat die veiling eraan zat te komen. Zijn de Catalogussen al bezorgd? Heb hem nog niet binnen namelijk. Even snel gescand maar vrij hoge inzetprijzen.spatbord schreef:Er zit nog een exemplaar in de aankomende Schulman veiling, nummer 29.- geschreven: "Geslagen in 1910 en gebruikt als identiteitspenning voor de kondschapsdienst van de officieren van de inlichtingendienst."
Zoals hierboven gemeld is de penning van 1909.
Mogelijk heb ik de rest van MPO-opmerking die overgenomen is door Schulman altijd verkeerd gelezen? Ik las dat de penningen gebruikt werden door de officieren van de inlichtingendienst. Dat zou fout zijn omdat ze voor particuliere kondschappers waren. Nu ik het nog een keer lees dan zou er kunnen staan "gebruikt als identiteitspenning voor de kondschapsdienst [die onder leiding stond] van officieren van de inlichtingendienst".
Mel